Hypoglycemie, de voorbode van diabetes.

Wanneer je hypoglycemie hebt is je bloedsuikerspiegel te laag. Dit betekent dat er teveel variatie zit op de schommelingen in je bloedsuikerspiegel. Heb je regelmatig symptomen van hypoglycemie dan kan dat wel eens de voorbode van diabetes betekenen.

Wat zijn de symptomen van hypoglycemie?

Iedereen ervaart wel eens symptomen van hypoglycemie. Wanneer je bijvoorbeeld te lang niets gegeten hebt of wanneer je heerlijk hebt gesmuld van het dessertenbuffet en je na een tijdje een “dipje” ervaart. Dan herken je wel enkele van de symptomen.
Een enkele keer is niet erg, maar als de symptomen systematisch terugkeren is er mogelijks meer aan de hand.  

Hieronder vind je de meestvoorkomende symptomen van hypoglycemie of een te lage bloedsuikerspiegel.

• Wisselend humeur
• Duizeligheid
• Beven
• Wazig zien
• Honger (cravings of snacken naar eten)
• Moeheid
• Hoofdpijn
• Bleekheid
• Zweten
• Nervorsiteit of zenuwachtigheid
• Gebrek aan concentratievermogen
• Angsten
• Depressies

De symptomen uiten zich dus zowel fysiek als psychisch.

Soms kan het zelfs zijn dat er een toename is van allergische reacties en schimmelgroei (bv candida albicans).

Suiker en hormonen

De suikerspiegel in je lichaam wordt gereguleerd door je hormonen. De belangrijkste hormoonklieren die een rol spelen in de bloedsuikerspiegel zijn de hypofyse, de hypothalamus, de bijnieren en de pancreas (alvleesklier)

En bij deze laatste, de pancreas, gaat het vaak mis.

Veel mensen hebben last van een ontregelde pancreas door onder meer verkeerde voeding, te weinig beweging, stress, zinktekort,..

Al deze factoren hebben een negatieve invloed op de werking van de pancreas waardoor deze zijn functie niet naar behoren kan uitoefenen.

De rol van de pancreas is namelijk hoofdzakelijk om suikers in het bloed naar de spieren en vetcellen te brengen. Dit gebeurt door insuline te produceren als de bloedsuikerspiegel hoog is. Na het eten bijvoorbeeld.

Is de bloedsuikerspiegel te laag? Dan zal de pancreas glucagon maken en de bijnieren adrenaline en cortisol om suiker van de lever naar het bloed te brengen.

Maar.. wat als dit evenwicht verstoord geraakt?

Dan bestaat de kans dat er insulineresistentie ontstaat.

Wat is insulineresistentie?

Insulineresistentie is de voorbode van Diabetes Type 2. Klinkt alarmerend, niet?
Maar wat gebeurt er in je lichaam bij insulineresistentie?

Het begint met hyperinsulinemie. Dit is een eerste fase waarin je pancreas eigenlijk constant teveel insuline moet aanmaken. Insuline zorgt ervoor dat de bloedsuikerspiegel verlaagt en is de boodschapper die glucose in de cellen moet brengen om energie te hebben.
Maar door die constante productie van insuline door de alvleesklier worden de insulinereceptoren van je cellen steeds ongevoeliger voor die insuline. Hierdoor gaan de cellen de insuline niet meer opnemen. Ze sturen wel nog steeds een signaal uit dat ze insuline nodig hebben en dus gaat je lichaam steeds meer insuline produceren.
Bekijk het maar als een soort van vicieuze cirkel die eindigt in een negatieve spiraal met als eindpunt insulineresistentie.

Op het punt van insulineresistentie nemen je cellen geen insuline meer op en kan je glucose (suiker in je bloed) niet meer in je cellen geraken. Bijgevolg ontstaat er een glucose intolerantie. De glucose blijft dus in je bloed en stapelt zich hier op met alle gevolgen van dien.

De pancreas blijft intussen maar insuline aanmaken (hyperinsulinemie) tot op het punt dat die uitgeput geraakt en geen of onvoldoende insuline meer wilt produceren. Hij heeft er letterlijk genoeg van.

Het resultaat hiervan is dat je bloedsuikerspiegel dus hoog blijft want er is geen insuline meer en je krijgt diabetes type 2.

Hoe kan je hypoglycemie en pre-diabetes voorkomen?

Hypoglycemie en pre-diabetes kan je voorkomen door bewust op je voeding te gaan letten.

• Eet op regelmatige tijdstippen maar laat voldoende tijd tussen twee maaltijden.
• Eet zoveel mogelijk biologische en ongeraffineerde voeding: denk aan groenten, noten, volle granen
• Gebruik natuurlijke suikers in plaats van chemische suikers: ahornsiroop, kokosbloemsuiker,…
• Eet voeding rijk aan zink: oesters, geitenkaas, pompoen
• Eet voeding rijk aan chroom: eierdooier, volkorenbrood, rundsvlees (met mate)
• Eet voldoende essentiële vetzuren: vis, walnoten, spruitjes, lijnzaad
• Gebruik gezonde vetten: kokosolie, olijfolie
• Beweeg voldoende: 20 minuten per dag je hartslag laten stijgen
• Beperkt alcohol
• Vermijd chronische stress
• Gebruik bewust je buikademhaling.
• Slaap voldoende: minstens 7u per nacht.